“Mijn zoon had er altijd zin in en is super voorruit gegaan! Bedankt voor de goede inzet!”

“Fijne geduldige ergotherapeut waar mijn zoontje graag naartoe ging! Hij zag zelf de vooruitgang wat hem weer motiveerde. Goed afgesloten!”

“We hebben in een paar gesprekken inzicht en hele goede adviezen gekregen hoe om te gaan met de prikkelverwerkingsproblemen van onze dochter, bedankt!”

De ontwikkeling van kinderen verloopt niet altijd vanzelf. Een kind kan problemen hebben met allerlei dagelijkse activiteiten, zoals met aan- en uitkleden, eten, schrijven of zelfstandig spelen.

De noodzaak voor ergotherapie wordt vaak gesignaleerd door de leerkracht of ouders. Collega-ergotherapeut Theone Kampstra heeft een signaleringslijst ontwikkelt. Deze kunt u hier downloaden: download de signaleringslijst.

De kinderergotherapeuten van GRIP zijn gespecialiseerd in schrijven, prikkelverwerking, planmatig handelen, het jonge kind en hypermobiliteit.

Ergotherapie Nederland heeft in samenwerking met Ergokids de kinderergotherapie in beeld gebracht:

GRIP, behandelt kinderen met problemen in het dagelijks handelen. Een kind kan problemen hebben met allerlei dagelijkse activiteiten, zoals met aan- en uitkleden, eten, schrijven of zelfstandig spelen. Aan de problemen kunnen diverse oorzaken ten grondslag liggen. Niet altijd is er sprake van een diagnose.

In onderstaande opsomming wordt concreet beschreven wat de problemen in kunnen houden. Op veel vlakken is samenwerking met de kinderfysiotherapeut, psycholoog en/of logopedist wenselijk:

Kleuter- en schoolse vaardigheden

  • Schrijfproblemen: slordig schrijven, letters en/of cijfers omkeren, onvoldoende ontwikkeling van een voorkeurshand
  • Moeite met knippen, scheuren, vouwen, tekenen
  • Problemen in de fijne motoriek
  • Planningsproblemen
  • Problemen in de ruimtelijke oriëntatie
  • Problemen in het zelfstandig uitvoeren van taken
  • Concentratie- en aandachtsproblemen

 

ADL (Activiteiten van het Dagelijks Leven)

  • Moeite met aan- en uitkleden, veters strikken, knopen open en dicht maken, etc.
  • Weinig of moeilijk kunnen spelen
  • Problemen in de fijne motoriek
  • Beperkt inzetten van een lichaamszijde
  • Problemen met douchen, wassen, haren kammen etc.
  • Problemen in het zelfstandig uitvoeren van taken

 

Beweging

  • Moeite met voortbewegen
  • Angst om te vallen of te bewegen, niet graag schommelen of klimmen
  • Problemen met zitten
  • Beperkt inschakelen van een lichaamszijde
  • Problemen in de oog-hand coördinatie en de fijne motoriek
  • Moeite met samenwerking van de handen
  • Onhandigheid, vaak iets omstoten of tegen iets aan lopen

 

Prikkelverwerking

  • Problemen in de prikkelopname en verwerking
  • Overgevoeligheid voor tastprikkels: aanraking, bepaalde kleding of materiaal wordt als vervelend ervaren
  • Snel afgeleid zijn, moeite met concentratie, moeilijk stil kunnen zitten

Onderzoek
Allereerst onderzoekt de therapeut van GRIP samen met ouders, kind en eventueel leerkracht welke activiteiten, handelingen of vaardigheden lastig zijn. De activiteiten worden met behulp van vragenlijsten, gesprekken, observaties en eventuele tests in kaart gebracht.

Start
Wanneer de problemen in kaart zijn gebracht wordt bekeken welke weg bewandeld dient te worden. Dit kan de weg van ergotherapie zijn, maar de mogelijkheid bestaat ook om door te verwijzen naar andere deskundigen.

Behandeling
Wanneer de ergotherapiebehandeling start worden doelen opgesteld. Door middel van behandeling of training wordt vervolgens gewerkt aan verbetering van de uitvoering. Dit kan vorm worden gegeven door bijvoorbeeld het aanbrengen van structuur, maar ook door verbetering van de voorwaarden om activiteiten uit te kunnen voeren.

Advisering
Naast de behandeling en training worden ook adviezen aan het kind, de ouders en eventueel de leerkracht (na toestemming van ouders) gegeven die gebruikt kunnen worden ter voortzetting van de verbetering en daarmee vaak ook de zelfstandigheid van het kind. Soms volstaat het geven van deze adviezen en is behandeling overbodig.

Evaluatie
Tussendoor en aan het eind van de behandeling wordt geëvalueerd of vooruitgang zichtbaar is. Deze evaluatie gebeurd door alle (direct) betrokkenen. Aan de hand van deze evaluatie wordt besloten of meer ergotherapie raadzaam is of niet en op welke wijze het traject wordt voortgezet. De bevindingen en eventuele aanbevelingen worden tevens kort gerapporteerd naar de verwijzende huisarts of specialist.

De kinderergotherapeuten van GRIP zijn gespecialiseerd in:

Schrijven
Schrijven blijft een belangrijke vaardigheid in ons dagelijks leven, nauw verwant aan het leren lezen. Gebleken is dat meer dan 20% van de kinderen ernstige schrijfproblemen heeft. De ergotherapeut brengt de schrijfontwikkeling van het kind nauwkeurig in kaart en adviseert in mogelijke aanpassingen in het (leren) schrijven.

Prikkelverwerking
Kinderen kunnen in het dagelijks leven veel last hebben van prikkels. Ondergevoelig, waardoor ze constant zelf op zoek gaan naar prikkels (friemelen, wiebelen). Of juist overgevoelig, waarbij ze zich terug trekken of thuis uit barsten na een lange dag op school. De kinderergotherapeuten van GRIP zijn allen gespecialiseerd in de Sensorische Informatieverwerking en geven inzicht in het sensorisch profiel van het kind (4-12 jaar). Zij helpen, vanuit hun opleiding en ervaring, mee in het bedenken van praktische oplossingen zodat uw kind beter om kan gaan met de dagelijkse prikkels.
Een van de kinderergotherapeuten van GRIP heeft een extra specialisatie in de prikkelverwerking bij 0-4 jarigen.

Planmatig Handelen
5 tot 10% van de kinderen heeft veel moeite met het planmatig handelen. Sommigen daarvan hebben de diagnose Developmental Coordination Disorder. Bij deze kinderen mist vaak het spontane leren. Ze vinden het lastig om zichzelf nieuwe activiteiten aan te leren en kiezen vaak voor het bekende materiaal. De variatie in het leren ontbreekt. Dagelijkse activiteiten zoals aankleden, eten, sport, spel, fietsen, schrijven en knutselen verlopen vaak moeizaam.
De ergotherapeuten van GRIP zijn gespecialiseerd in de CO-OP behandelmethode, waarbij het kind stapsgewijs leert om zelf ‘probleemoplosser’ te worden.

Jonge Kind
Als het kind op jonge leeftijd al te maken heeft met beperkingen in zijn ontwikkeling kan het goed zijn al vroeg de kinderergotherapeut te betrekken. De gespecialiseerde ergotherapeut brengt veelal samen met de kinderfysiotherapeut de hulpvragen in kaart en ondersteunt waar mogelijk in het regelen van passende voorzieningen zoals een (auto)stoel. Ook kunnen adviezen worden gegeven rondom het spelen en spelmateriaal.

Hypermobiliteitssyndroom
Een grote bewegelijkheid in de gewrichten komt veel voor. Op het moment dat daar chronische pijn- en vermoeidheidsklachten bij komen kan dit zorgen voor een flinke beperking in het dagelijks handelen. Kinderen en jongeren met HMS of EDS worden begeleid door onze gespecialiseerde ergotherapeuten op het gebied van belasting-belastbaarheid thuis en/of op school, en het adviseren van benodigde voorzieningen zoals een passende stoel, schrijfvervanger of fiets.

Tim, 8 jaar, is volgens zijn moeder onhandig en chaotisch. Hij heeft coördinatie- en planningsproblemen. Samen wordt een plan opgesteld zodat Tim zelf structuur kan toevoegen aan zijn uitvoering van activiteiten; Wat ga je doen? – Hoe ga je het doen? – Aan de slag! – Hoe is het gegaan? Dit plan is onderdeel van de CO-OP methode en wordt overal (therapie, school, thuis) toegepast zodat Tim zélf de probleemoplosser wordt.

Anne, 4 jaar, komt bij de ergotherapie met de vraag of er gewerkt kan worden aan de kleutervaardigheden. Anne vindt knutselen écht niet leuk. De ergotherapeut gebruikt de Writic om in kaart te brengen hoe schoolse vaardigheden zoals knippen en kleuren gaan. Anne blijkt onvoldoende fijnmotorische vaardigheden te hebben om potlood en schaar goed te kunnen hanteren. Door middel van makkelijke en leuke spelletjes wordt de uitvoering verbeterd en gaat ook Anne’s motivatie met sprongen vooruit.

Jeroen, 10 jaar, heeft een onduidelijk handschrift. De ergotherapeut neemt bij hem het CCHAP af, een instrument om het schrijven goed in kaart te brengen. Hieruit blijkt dat Jeroen veel moeite heeft om zonder lijntjes en op tempo te schrijven. Met wat kleine oefeningen en aanpassingen in de liniatuur verbeterd Jeroen zijn eigen handschrift.

Arthur, 6 jaar, wordt verwezen naar de ergotherapeut omdat hij moeite heeft met zelfstandig aan- en uitkleden. Hij heeft hypermobiele gewrichtjes in zijn hand en kan daardoor niet altijd de juiste hoeveelheid kracht inzetten. De ergotherapeut oefent samen met Arthur de voor hem beste manier van het sluiten van knopen en veterstrikken. Ook leert zij hem een geschikte manier van brood smeren zodat hij het wèl zelf kan.

Roos, 10 jaar, heeft moeite om rustig op haar stoel te blijven zitten. Na observatie en uitproberen van verschillende middelen blijkt dat Roos veel baat heeft bij het zitten op een wiebelwigkussen.

Hein, 3 jaar, vindt het vervelend om zand aan zijn vingers te voelen en eet niets met zijn handen. De ergotherapeut onderzoekt welke prikkels Hein wel kan verwerken en bouwt zo de vaardigheden stap voor stap op. Adviezen worden aan ouders gegeven hoe zij tijdens speel- en eetmoment op spelenderwijze vooruitgang kunnen boeken. Aan het einde van het behandeltraject eet Hein kleine stukjes sappige peer en speelt hij zittend op het randje van de zandbak.